Vanochtend zijn we vroeg vertrokken uit Las Vegas, richting Death Valley National Park. Rond kwart over zeven verlieten we de parkeergarage van het Monte Carlo voor een tweeënhalf uur durende auto reis. Na een uurtje rijden komen we aan bij Pharump, dit is het laatste dorpje voor Death Valley. Tot onze verbazing hebben ze hier zelfs een McDonalds. We nemen er dan maar een ontbijtje zodat we goed gevuld de warmte van Death Valley kunnen trotseren. Voordat we de route vervolgen tanken we de auto nog even af. Want zonder benzine wil je daar niet komen, ook bij de sporadisch aanwezige tankstations betaal je vlot 3 dollar meer per galon. Een volle tank, voldoende drinken en iets te eten. "prepare to survive" we zijn er klaar voor om onze trip te vervolgen.

Tijdens de tweeënhalve uur durende rit is niet veel te zien: zand, stenen, droge planten en rotsen. De temperatuur loopt langzaam op naar 30 graden! Rond half 11 komen we dan eindelijk bij de oostelijk ingang van Death Valley aan. We vervolgen de weg naar Furnice Creek. Samen met Stove Pipewells zijn dit de enige 2 bewoonde mini dorpjes in de valley. In het park zelf kun je er voor kiezen om de main road te volgen en zo nu en dan een doodlopende zijweg weg in te slaan naar een bezienswaardigheid. Death valley is een behoorlijk groot park en het is bijna onmogelijk om alles in een dag te zien. Wij kiezen voor de zuidkant, dus eigenlijk alles onder Furnice Creek (mocht je het willen opzoeken). We besluiten als eerst het verst gelegen punt te bezoeken en vanuit daar terug te rijden naar het startpunt Furnice Creek.

Na een klein kwartiertje komen we aan bij Badwater Basin. Deze witte zoutvlakte is een van de heetste plekken op aarde en ligt ongeveer 85,5 meter onder zeeniveau. Aangezien we hier nog redelijk vroeg zijn is het qua temperatuur nog redelijk te doen. Na een korte wandeling over de zoutvlakte vonden we het genoeg geweest.

Voor onze volgende bezichtiging verlaten we even de hoofdweg. Via een 1,3 mijl lange onverharde, doodlopende weg rijden wij naar het "Golfterrein van de Duivel". Aan het einde van de weg is een parkeerterreintje en er staat een informatiebord over dit fenomeen. Wandelen kan je hier niet echt, je staat hier midden in de vallei tussen harde zoutklonten. Deze vlakte is bedekt met een dikke laag steenzout en is geërodeerd door zon, wind en water. De indrukwekkende omgeving wordt dan ook wel beschreven als "een terrein, waar alleen de duivel golf kan spelen".

Na een tijdje rondgekeken te hebben, rijden wij via dezelfde onverharde weg terug naar de hoofdweg. Na 2 mijl komen wij bij de afslag naar de Natural Bridge Canyon, ook een onverharde, doodlopende weg. Deze 1,7 mijl lange weg klimt langzaam uit de vallei omhoog naar de Black Mountains. Voordat wij de bergkloof inlopen, kijken wij nog een keer achterom en hebben, omdat wij hier hoger staan, een fraai uitzicht op de vallei. Het is 0,8 mijl lopen naar de brede rotsboog (bridge), die hier in deze bergkloof te zien is. Wij nemen water mee en lopen via een licht stijgende bergpad tussen loodrecht omhooggaande rode rotsen door. Na circa 15 minuten zijn wij bij de boog en bekijken deze van beide kanten.

Na het nemen van een aantal foto's lopen wij weer terug, dat nu iets makkelijker gaat, omdat de wandeling nu dalend is. Het is op zich een makkelijke, korte wandeling en het is leuk om zo door deze kloof te lopen.

Terug in de auto rijden wij via dezelfde onverharde weg terug naar de hoofdweg. Na 4,3 mijl slaan wij de Artist's Drive op. Een eenbaans, geasfalteerde, eenrichtingsweg met smalle doorgangen, bochten en dips in de weg. De weg is 9 mijl lang en komt een stukje verder weer uit op de hoofdweg. Halverwege de weg ligt de Artist palette. Deze rotsen hebben een vulkanische oorsprong en daardoor allerlei pastelkleuren. Zo nu en dan stoppen wij even om rond te kijken en te fotograferen.

Terug op de hoofdweg volgen wij die voor 2,8 mijl voordat wij opnieuw afslaan, nu om naar de Golden Canyon te gaan en daar ook een stukje te gaan wandelen.
Drinkwater nemen wij weer mee en ook hier lopen wij weer een heel stuk door een bergkloof, maar nu tussen gele en rood gekleurde rotswanden door. Wij doen niet de gehele wandeling, maar een deel daarvan. Het lijkt ons best een aantrekkelijke wandeling, maar de thermometer staat inmiddels op 35 graden.

Na deze wandeling rijden we terug naar Furnice Creek. We besluiten niet meer door te rijden naar Stove pipewells wat noordelijker is gelegen. We hebben gewoon weg te weinig tijd en de warmte werkt ook vermoeiend. Op de weg terug liggen echter nog twee mooie bezienswaardigheden waarvan de eerste een van de bekendste punten in het Death Valley National Park, namelijk het Zabriskie Point. Er is een groot parkeerterrein, waar wij de auto een plaatsje geven. Daarna lopen wij via een 300 meter lang, breed pad, dat ons met een zigzag naar de bovenzijde van een flinke heuvel leidt. Van bovenaf hebben wij een spectaculair uitzicht op de in allerlei oker- en chocoladetinten geërodeerde heuvels en bergen in de omgeving.

Voordat we dit park gaan verlaten nemen we op de weg terug nog de afslag naar Dante's View. Dit punt ligt bijna 1700 meter boven de zeespiegel en om er te komen kom je langs een aantal stijle wegen en bochtjes, maar het uitzicht is fenomenaal!

Het is inmiddels rond de klok van half vier wanneer we het park verlaten en beginnen aan de tweeënhalf uur durende terugreis. Het was voor ons het tweede bezoek aan Death valley. In 2012 hebben we vooral de noordelijke helft van de valley bekeken. Door de extreme hitte van toen hebben we het bezoek toen rond de middag al beëindigd. Het is goed te bevatten dat Death Valley nog jaarlijks slachtoffers eist. Je voelt gewoon hoe de energie uit je gezogen wordt. Een aparte ervaring.

Als we redelijk vermoeid terug komen in Las Vegas gaan we meteen naar ons hotel. Het is inmiddels al 7 uur maar we hebben nog een druk avond programma. Want het is ook immers onze laatste avond. We frissen ons even op en verlaten het hotel voor nog een rondje strip.

Maak jouw eigen website met JouwWeb